
Informatie over het cassettedeck
Op deze pagina vindt je meer informatie over het cassettedeck. Het cassettedeck is het meest gebruikte apparaat voor het opnemen en afspelen van geluidscassettes. Je vindt hier info over de volgende onderwerpen:
De koppen
Azimuth
Aandrijving
Functies
Opnemen
Onderhoud
Twee en driekoppensysteem.
De meeste cassette decks zijn uitgerust met een gecombineerde opname/weergavekop en een aparte wiskop. Voor de drie aparte functies: opnemen, weergeven en wissen worden er slechts twee koppen gebruikt. De betere cassetterecorders en ook de voor kwaliteitsopname bedoelde spoelendecks, zijn uitgerust met een aparte opneem- en een aparte weergeefkop, waardoor betere resultaten worden bereikt.
De opneemkop dient een ongeveer driemaal grotere spleetbreedte te hebben dan die van de weergeefkop. Bij het driekoppensysteem kan dit optimaal worden gerealiseerd, maar voor het tweekoppensysteem is de spleetbreedte een compromis tussen de twee ideale waarden.
Met een driekoppensysteem is het bovendien mogelijk om de band af te luisteren direct nadat het signaal is opgenomen, ookwel nabandcontrole of monitoring genoemd.
Azimuth
De Azimuth (-hoek) is de richting in een horizontaal vlak.
De stand van de kopspleet, de azimuth, dient exact 90 graden te zijn. Dit is loodrecht op de looprichting van de band, in het vlak van de band.
Vooral bij driekoppendecks is dit van essentieel belang, want bij een afwijking van meer dan een halve graad zijn alle hoge tonen van boven de 10.000 Hz niet meer hoorbaar. Bij tweekoppendecks is die nauwkeurige azimuth-instelling minder kritisch, omdat dezelfde spleet voor opname en weergave wordt gebruikt. Bij een te grote afwijking kunnen de eigen cassettes niet meer op een ander apparaat worden afgespeeld, of andersom.
Aandrijving
Een nauwkeurige aandrijving van de band is van groot belang. Jank, variatie in snelheid, is anders het onmiddellijke gevolg. Een gelijkmatig bandloop wordt onder meer verkregen door het gebruik van een vliegwiel (bij duurdere decks zelfs twee: het zogenaamde dual-capstan-systeem).
De betere cassettedecks zijn uitgerust met twee motoren: een voor het bandtransport bij opname en weergave en een of twee voor het vooruit of terug spoelen. Vaak is de hoofdmotor een elektronisch gestuurde gelijkspanningsmotor, die dankzij het servosysteem altijd uiterst nauwkeurig loopt, ook als er sprake is van een variërende netspanning. Dit principe zien we ook bij de betere platenspeler.
Functies
Naast de hoofdfuncties, opname, weergave, snel vooruit- en terugspoelen, stop, pause en eject zijn sommige cassettedecks voorzien van extra functionaliteit. Zoals REC MUTE voor het maken van stille passages en Auto Reverse. Bij een Auto Reverse cassettedeck draait de bandrichting automatisch om, zodat de cassette niet handmatig omgedraaid hoeft te worden om de andere kant af te spelen of op te nemen.

Bij Auto Reverse keert niet alleen de bandlooprichting om, maar ook het koppenhuis. Wiskop en gecombineerde opname/weergavekop zijn daartoe op een snel reagerende, slijtvaste en niet te ontregelen draaiconstructie gemonteerd. Bij een goed Auto Reverse systeem hoort de geluidskwaliteit in beide bandlooprichtingen identiek te zijn.
De topcassettedecks zijn nooit uitgevoerd als autoreversedeck, omdat de kans op azimuthfouten groter is bij een autoreversedeck dan bij een gewone (éénrichtings) cassettespeler.
Een variant op de “enkele” decks, is het dubbele cassettedeck, bestaande uit een A en een B deck. Met een dubbeldeck kan zelfs op dubbele snelheid worden gekopieerd, dit gaat wel gepaard met kwaliteitsverlies.
Een ander voordeel is, dat het overspelen weer gemakkelijker gaat dan bij gebruik van twee losse decks: er wordt synchroon gestart en deck A en B stellen zich automatisch optimaal in op de kopieerfunctie, zowel wat betreft opnameniveau als ruisonderdrukking en bandsoort.
Opnemen
Het opnameniveau wordt ingesteld met behulp van opnameniveauregelaars. Het opnameniveau wordt op moderne apparatuur aangegeven door traagheidloos werkende piekmeters. Andere gebruikte termen hiervoor zijn, LED-, LCD-, of FL (fluorescentie) meters, of niveaumeter.
Dergelijke indicatoren zijn vaak met tweekleuren-lichtbalken uitgerust: groen oplichtend onder 0 dB (de maximale uitsturingswaarde) en rood oplichtend daarboven. Een niveaumeter kan ook met een geheugen zijn uitgerust, waardoor het luidste niveau een seconde wordt vastgehouden (peak hold). Vooral voor opnamen van dynamiekrijke muziek is dit een handige voorziening.
Onderhoud
Maak de koppen, bandtransportas (capstan) en bandaandrukrol (pinch roller) regelmatig schoon, ongeveer na 10 à 20 speeluren. Of bij elke belangrijke opname.
Dat kan met een in isopropylalcohol gedrenkt wattenstaafje gebeuren. Isopropylalcohol wordt ook gebruikt bij de reiniging van de naald van de platenspeler (zie Elpee). De cassettebandjes na gebruik weer in doosje doen helpt ook om de cassettespeler minder snel ‘vuil’ te laten worden.